
Puristen op barbecuegebied zijn pleitbezorgers voor echt hout. Daar valt veel voor te zeggen, ware het niet dat het ook gepaard gaat met een groot nadeel. Op puur hout stoken vergt namelijk nogal wat vaardigheid op barbecuegebied, als je het goed wilt doen. De meeste houtstokers zijn echter meer pyromaan dan grillmaster, met alle desastreuse gevolgen van dien. Hele kuddes zijn al door dit soort amateurs letterlijk verbrand. Voor de beginnende barbecuer is het beslist geen methode die aanbeveling verdient.
In feite is stoken met echt hout een fase toevoegen, voorafgaand aan het daadwerkelijke barbecueën. Je gaat namelijk eerst droog hout (blokken, stammetjes) volledig verbranden tot het praktisch verkoold is. Pas dan kan het voedsel bereiden beginnen. Het is dus bovenal ook een tijdrovend proces.
De kunst is om de verleiding te weerstaan te vroeg met garen te beginnen. Een echt houtvuur kan enorme temperaturen ontwikkelen waarboven vlees in een mum van tijd dichtschroeit. Dat wil zeggen, de buitenzijde. De kern heeft meer tijd nodig, maar dat is het bij te hoge temperatuur niet gegund, want tegen het moment dat de warmte tot binnenin kan binnen dringen, is de buitenkant al verbrand.
Gebruik uitsluitend puur, ongebruikt hout en geen oude paletten, sloopafval of overbodig meubilair. Bijna al het hout dat al een eerder leven gehad heeft, is verzadigd met verf, beits, lijm, impregneermiddelen en dergelijke. Bij verbran-ding produceren die allerlei giftige stoffen die je liever niet inademt en opeet.
Zorg er bovendien voor dat het hout door en door droog is (voor vers gekapt hout duurt dat drie jaar, onder ideale omstandigheden). Vochtig hout brandt niet goed en levert alleen maar rookontwikkeling op.