
Buiten. Dat lijkt logisch, maar er zijn nog altijd mensen die bij slecht weer de barbecue naar binnen verhuizen, bijvoorbeeld naar een schuur of serre. Los van het brandgevaar en de rookontwikkeling dient zich daarbij een nog veel groter risico aan, namelijk koolmonoxidevergiftiging (kolengas). Bij te weinig aanvoer van verse lucht kan een onvolledige verbranding optreden waardoor het reuk-, smaak- en kleurloze koolmonoxide vrijkomt. Ook een reeds gedoofd kolenvuur kan nog uren gassen afgeven, dus zet de barbecue na gebruik niet meteen binnen neer.
In de open lucht hoef je voor kolendamp niet te vrezen. Wel is het zaak om een veilige plek uit te zoeken, die bovendien zo min mogelijk overlast (voor buren) oplevert. Zet de barbecue op een stevige en stabiele ondergrond uit de wind, verwijderd van (brandbare) obstakels als laaghangende boomtakken, struiken, vuilniscontainers en schermen.
Tijdens het barbecueën werk je met open vuur, dus is het verstandig om ruim voldoende afstand tot je woon-huis of berging te bewaren. Zet je barbecue bovendien niet pal voor de achterdeur of op een andere plek met veel loopverkeer en zorg dat je voldoende werkruimte om je heen hebt. Ga ook niet onder een overkapping staan en zeker niet onder een (lage) ontvlambare partytent.
Tot slot: bepaal de windrichting bij het opstellen van je barbecue. Zet het toestel zo neer dat je niet zelf alle rook opvangt tijdens het bereiden (ga uit de wind staan en bij voorkeur op een schaduwrijke plek, indien mogelijk), maar hou ook rekening met je buren die op warme dagen wellicht ramen en deuren open hebben staan.