
Barbecues worden meestal gemaakt van roestvrijstaal. Voor smoker barbecues is gietijzer (makkelijk te herkennen aan de ruwheid van het oppervlak) het meest gebruikte metaal. RVS-barbecues moeten voor het eerste gebruik een half uur voorverwarmd worden. Gietijzer daarentegen moet voorbehandeld worden om oxidatie te voorkomen. In het Engels heet dat ‘seasoning’. Wij gebruiken de term inbranden.
Smoker barbecue
Wrijf de buitenzijde van de gietijzeren smoker met een pluisvrije zachte doek gelijkmatig in met verwarmde lijnzaadolie. De binnenzijde en de roosters niet inwrijven. De roosters was je af met warm water en zeep. Daarna met schoon water afspoelen en afdrogen.
Voor het inbranden gebruik je houtskool die je aansteekt met aanmaakblokjes. Open de ventilatieopening van de stookkamer ongeveer 2 cm. en de klep van het rookkanaal ongeveer tot halverwege. Laat het deksel open tot de houtskool gloeiendheet is. Verspreidt de houtskool dan over het midden van het houtskool-rooster en sluit het deksel. Laat de temperatuur stijgen tot 120°C en hou deze temperatuur 2 uur vast. Daarna open je de ventilatie ingang en de klep van de schoorsteen iets verder en verhoog je de temperatuur tot ca. 180°C – 200°C. Hou deze temperatuur een uur vast. Sluit dan de zuurstoftoevoer af om het vuur te doven en laat de smoker afkoelen.
Gietijzeren grillroosters
De meeste grillroosters zijn standaard niet van gietijzer, maar van verchroomd staal, roestvrijstaal of aluminium. Kies je ervoor om een gietijzeren rooster aan te schaffen, dan moet deze eerst ingebrand worden. Naast het voorkomen van oxidatie is dat nodig om de waslaag te verwijderen die de producent tijdens fabricage heeft aangebracht, alsmede om een antiaanbaklaag te creëren.