Hoe steek ik een vuur aan?

Veel mensen vinden barbecueën leuk omdat ze dan een fikkie mogen stoken. Helaas gaan niet weinig aspirant-pyromanen daarin zo ver dat ze pas tevreden zijn als de vlammen hoog oplaaien. Dat is echter niet de bedoeling van barbecueën. Ten eerste kost het je een vermogen aan brandstof en ten tweede levert het alleen maar verbrand vlees op. Dat is niet te eten en nog ongezond op de koop toe. Wat we met een barbecue willen is een beheersbaar vuur. Dat bereiken we door houtskool of briketten zoveel te verhitten dat ze brandbare gassen afgeven die het vuur in stand houden zonder uitslaande vlammen. Door de hoge temperatuur van de kolen ontstaat hitte waarmee het voedsel gegaard wordt.

Er bestaan verschillende manieren om een barbecuevuur aan te steken, maar slechts twee goede. Een hele populaire, maar levensgevaarlijke manier die je zeker niet moet gebruiken is het aansteken met behulp van wasbenzine, spiritus, bio-ethanol, terpentine of vergelijkbare middelen. Zodra je flessen met dergelijk spul opent ontsnappen er gassen die in de buurt van vuur ontbranden en steekvlammen veroorzaken. Bovendien geven ze meestal een penetrante geur af die je liever niet ruikt als je lekker wilt eten. Betweters die beweren dat deze methode prima werkt moet je negeren. De veilige methodes duren weliswaar langer, maar daarmee voorkom je verschroeide wenkbrauwen of veel erger. Bovendien, waar staat geschreven dat barbecueën aangenomen werk is? Als iemand zo’n honger heeft dat hij geen kwartiertje kan wachten tot het vuur voldoende heet is, vertel hem dan waar hij een patatzaak kan vinden.

De traditionele methode
Leg een stapeltje houtskool of briketten op het bodemrooster van je barbecue. Zet de ventilatiegaten wijd open zodat er voldoende zuurstof binnenstroomt. Steek hierin enkele aanmaakblokjes of aanmaakwokkels (gedroogde houtkrullen). Je zou eventueel ook proppen oud krantenpapier kunnen gebruiken, maar die zijn verzadigd met chemische drukinkt en branden te snel op. Steek de blokjes of wokkels voldoende tussen de kolen, anders ontbranden alleen de bovenste.

Gebruik lange lucifers om het aanmaakmateriaal in brand te steken. Nog beter kan je een brander gebruiken. Zo’n crème brûlée brandertje bijvoorbeeld, als je die in huis hebt, of nog beter een soldeerbrander (circa €15 bij de bouwmarkt). Zodra de aanmaakblokjes/wokkels lekker branden, verdeel je de kolen zoveel mogelijk op en rond het vuur, zonder dit te verstikken. Probeer een mooie toren te bouwen zodat alle kolen goed verhit worden. Hiervoor is een oude vleestang heel geschikt, maar de beginnende barbecuer zal die nog niet hebben. Kijk dan in je keukenla of je nog een exemplaar hebt liggen, of koop hiervoor zo’n goedkoop dingetje bij de eurostore.

Laat de kolen nu ongeveer 15 tot 20 minuten lekker doorbranden met het deksel open. De kooltjes zijn gereed zodra die welke het dichts bij de aanmaakblokjes liggen bedekt zijn met een wit/grijs laagje as en van binnen roodgloeiend zijn. Voilà, dat was alles. Je barbecue is nu gebruiksklaar zonder dat de brandweer in actie heeft hoeven te komen. De volgende stap is afhankelijk van wat je wilt gaan klaarmaken. Wil je uitsluitend grillen, verdeel dan de kolen gelijkmatig over het onderste rooster. Ga je daarentegen indirect grillen, leg dan de kolen aan één zijde zodat je twee zones krijgt met een verschillende temperatuur: boven de kolen schroei je het vlees dicht en boven de andere helft laat je het langzaam gaar worden.

De methode met de brikettenstarter
Deze manier werkt nog sneller en makkelijker. Neem een paar aanmaakblokjes en leg deze op het bodemrooster van je barbecue. Vul de starter met de gewenste hoeveelheid briketten (houtskoolbrokken mag ook) en zet de starter boven de aanmaakblokjes. Steek vervolgens de blokjes aan met een lange lucifer of een brander. De vlammen zoeken een weg naar boven en verhitten op die manier alle kooltjes evenredig. Na ongeveer 10 tot 15 minuten, mede afhankelijk van de hoeveelheid brandstof, slaan de vlammen uit de starter. Zodra de bovenste briketten wit/grijs zijn uitgeslagen, zijn ze klaar voor gebruik. Je kan de kooltjes nu eenvoudig op je onderste rooster storten.

Tip: Als je de kooltjes uitstort, is het onvermijdelijk dat er roetdeeltjes opstijgen. Verwijder daarom het bovenste grillrooster helemaal en wacht een paar minuten totdat de as weer is neergedaald voordat je het teruglegt. Op deze manier voorkom je dat er as op het rooster en daarmee straks op je vlees terechtkomt.

Voor de smoker barbecue
Het vuur voor je smoker start je op dezelfde manier als hiervoor beschreven. Pas nadat je het vuur hebt opgestart en de smoker de juiste temperatuur heeft bereikt ga je de rookchips toevoegen waardoor het vlees de karakteristieke smaak krijgt.
Roken is per definitie een methode van langzaam garen op een lage temperatuur. Daarvoor zijn briketten beter geschikt dan houtskool.