
Rookplanken zijn een prima manier om een fijne rooksmaak aan voedsel mee te geven. Bovendien hebben ze als voordeel dat je er delicaat eten (vis) op kunt bereiden zonder het risico te lopen dat het uit elkaar valt en in je vuur verdwijnt.
Om te voorkomen dat de plankjes boven het vuur verbranden, moet je ze eerst heel grondig (enkele uren) verzadigen met water. Leg ze bijvoorbeeld in een teiltje water en zet er dan een pot of iets dergelijks bovenop om ze volledig ondergedompeld te houden.
Voor rookplankjes gebruik je de methode van indirect grillen. Je legt dus de voorverwarmde briketten aan één zijde van het stookrooster. Zodra je barbecue op temperatuur is, plaats je de plankjes op het grillrooster boven het vuur. Laat ze net zo lang liggen totdat de onderkant donker begint te kleuren en te roken. Tegen die tijd zullen ze waarschijnlijk ook een beetje kromtrekken en scheurtjes vertonen. Draai de plankjes nu om en schuif ze naar het koele deel van het grillrooster. Leg het te bereiden voedsel erop, sluit het deksel en laat gaar worden. Door de rook van de plankjes krijgt het eten een heerlijke rooksmaak. Je kan het gerecht gewoon op de plankjes serveren.
Meestal zijn rookplanken van cederhout, maar andere houtsoorten komen ook voor. Hoewel bij uitstek geschikt voor vis, kan je ze natuurlijk ook prima gebruiken om bijvoorbeeld groenten (mee) te roken of andere ingrediënten, mits deze een relatief korte bereidingstijd vragen.
Je kan de plankjes meerdere malen gebruiken. Goed afborstelen met water zonder sop en daarna grondig laten drogen om schimmel te voorkomen.

Rookplankjes hebben niet het eeuwige leven. Zijn ze op het einde van hun Latijn, gooi ze dan echter niet in de vuilnisbak. Je kan er uitstekend geurige houtblokjes van maken voor op je barbecuevuur door ze in kleine stukken te zagen.